Is wat we in films en op televisie te zien krijgen echt de exacte weergave van de realiteit waarvoor een groot deel van de bevolking ze nemen? Zelfs al zijn een groot aantal mensen geneigd om hier positief op te antwoorden, is dit zeker en vast niet het geval. Aan elke uiting van de media zijn beperkingen, keuzes en meningen gekoppeld. Net daarom is het nodig dat de ontvangers van deze mediaboodschappen niet alleen op de hoogte zijn van deze constante 'beperkingen' van de media, maar dat ze ook inzicht hebben in de redenen waarom bepaalde keuzes en meningen op de voorgrond komen in deze media. Dit inzicht staat centraal in de mediageletterdheid.

Een definitie van mediageletterdheid geven is geen sinecure. 'The National Telemedia Council' noemt het echter de mogelijkheid om te kiezen, te begrijpen - binnen de context van de inhoud of de context, stijl of vorm, mediatak en productie - in vraag te stellen, te maken en te antwoorden op en over de media die we consumeren (Silverblatt, 1995: 2). Een andere definitie die Silverblatt (1995: 2)aanhaalt is deze die op 'The National Leadership Conference on Media Literacy' in 1992 werd geopperd. Deze formulering gaat als volgt: mediageletterdheid is de mogelijkheid van een burger om informatie voor specifieke doeleinden te raadplegen, te analyseren en te produceren. Deze definities tonen meteen aan dat mediageletterdheid niet alleen een kwestie is van enkele basisinzichten in de media en haar structuren. Ze tonen evenzeer aan dat deze 'geletterdheid' zich niet toespitst op de geschreven pers, maar dat mediageletterdheid net een poging is om de traditionele geletterdheid uit te breiden buiten de geschreven media (Walsch, s.d.).

Bepaalde auteurs trekken deze beweging overigens door naar het maatschappelijke vlak. Zo noemt Renee Hobbs, oprichtster van het 'Harvard Institute in Media Education' mediageletterdheid de sleutel tot een nieuwe wereld van opleiding en leren. Zij extrapoleert enkele basisprincipes van de mediageletterdheid naar onze post-moderne maatschappij. Hobbs vermeldt zo het belang van begrip voor complexiteit, het respect voor verschillende standpunten in maatschappelijke debatten, enzovoort (Hobbs in Bowen, s.d.). Haar inzichten in het maatschappelijk belang van mediageletterdheid benadrukken de verbondenheid tussen media en maatschappij (Silverblatt, 1995: 2-3).

Silverblatt (1995: 2-3) legt de nadruk op vijf belangrijke elementen die de term mediageletterdheid omvatten. Deze vijf inzichten geven een goed beeld van de veelzijdigheid van de term mediageletterdheid.

  • Een besef van de impact van de media op het individu en de samenleving De media hebben een impact op de manier waarop wij onszelf, anderen en de wereld zien. Het is een onweerlegbaar feit dat de media ons beïnvloeden (CONWAY en RUBIN in SOTIROVIC, 2003: 122). Vanzelfsprekend is het dus belangrijk dat iedereen deze impact op zichzelf (en op de gehele samenleving) inziet, zeker in een tijd waarin het onderscheid tussen representatie en realiteit steeds kleiner wordt (ENGLAND, 2004: 295). Alleen wanneer men van deze beïnvloeding op de hoogte is, kan men deze ook leren te begrijpen en er inzicht in verwerven.
  • Een begrip van de processen van massacommunicatie Mediageletterdheid kan niet bestaan zonder een kennis en begrip van bepaalde processen binnen de massacommunicatie. Zo zegt Wally Bowen (s.d.), uitvoerend directeur van Citizens for Media Literacy, dat mediageletterdheid niet een opleiden via de media is, maar een opleiding over de media. Dit enorm belangrijke verschil benadrukt hij om het belang van de kennis over de media aan te tonen in het proces van 'ontvangen van mediaboodschappen' (BOWEN, online). Het besef dat er aanpassingen zijn gebeurd, dat er is geknipt en geplakt, dat bepaalde keuzes de inhoud hebben bepaald en dat alle informatie dus eerst door een 'verwerkingsmechanisme' is gehaald alvorens het bij de ontvanger komt is een uiterst belangrijk besef dat intrinsiek verbonden is met het begrip mediageletterdheid (Silverblatt, 1995: 197-203).
  • Het ontwikkelen van 'strategiën' waarmee mediaboodschappen geanaliseerd (en bediscussieerd) kunnen worden Om op een begrijpende en onderscheidende manier media te kunnen consumeren moeten individuen bepaalde 'strategiën' ontwikkelen waarmee ze systematisch media-inhoud kunnen analyseren (SILVERBLATT, 1995: 2). Deze 'strategieën' impliceren niet alleen een kennis van de impact van de media op individu (en samenleving) en een kennis van de processen van de massamadia - ze maken een reflectie in de praktijk mogelijk.
  • Een besef dat de media-inhoud een 'tekst' is die voor inzicht zorgt in onze eigentijdse cultuur en onszelf Om het met de woorden van Herman de Coninck (1969: 20) te zeggen zijn de media voor de individuen in onze samenleving ramen om naar onze cultuur en onszelf te kijken. Mediaboodschappen kunnen inderdaad inzicht brengen in houdingen, waarden, vooroordelen en denkpatronen die een cultuur definiëren. Omgekeerd kan een begrip van de cultuur ook zorgen voor een beter begrip van de mediaboodschappen (Silverblatt, 1995: 2). Deze relatie tussen cultuur/samenleving en media kan men niet negeren en is zo vanzelfsprekend dat de media vaak een enorme achtergrondkennis verwachten van de ontvangers.
  • Het zorgen voor een verhoging van het begrip, de appreciatie en het genieten van de media-inhoud. Een goed gemaakte mediaproductie kan voor het publiek een groot plezier betekenen. Het is een misvatting te denken dat een verhoogde mediageletterdheid betekent dat het 'mediageletterde' individu minder van een mediaproductie kan genieten. Een kritische kijk moet net het plezier verhogen, aangezien men op deze manier kan genieten van de 'media op z'n best' (Silverblatt, 1995: 3). Deze vermelding van verhoogde appreciatie van mediaboodschappen is overigens niet toevallig: het is een wezenlijk doel van de mediageletterdheid (Duncan in Bowen, s.d.).